Elise legt uit over de bontindustrie

Elk jaar worden er in de EU meer dan 50 miljoen dieren gefokt in 6000 fokkerijen voor de productie van bont. Wereldwijd worden er elk jaar meer dan 1 miljard konijnen gedood voor hun vacht en daarnaast nog eens ruim 100 miljoen andere dieren. Zo’n 90% van al het bont wordt geproduceerd in fokkerijen. Hoewel steeds meer mensen tegen bont zijn, blijft een groot probleem dat er regelmatig bont verkocht wordt onder het label ‘nepbont’. Elise legt uit over de bontindustrie.

Het verhaal achter de bontindustrie

Meestal worden wilde diersoorten gehouden voor bont, die zich niet kunnen aanpassen aan gevangenschap en vaak ook nog eens onder erbarmelijke omstandigheden worden gehouden. De dieren zitten in krappe draadstalen kooien totdat het tijd is om gedood te worden door vergassing of (anale) elektrocutie.

Vaak is er sprake van ernstige gezondheids- en welzijnsproblemen, waaronder onbehandelde infecties en wonden, missende of misvormde ledematen, kannibalisme, dode dieren die tussen de levende dieren blijven liggen en gebrek aan (schoon) drinkwater. Vaak tonen dieren in bontfokkerijen ook angstig en stereotiep gedrag omdat ze in kleine kooitjes gehouden worden en geen natuurlijk gedrag kunnen vertonen.

Ook aan de methodes om deze dieren te doden, kleven grote welzijnsbezwaren. Het vergassen duurt vaak erg lang waardoor dieren lang lijden en het is erg pijnlijk. Elektrocutie is lastig om goed te doen, brengt veel risico’s met zich mee en kan voor veel pijn zorgen wanneer het niet helemaal goed gedaan wordt. Daarom is deze methode in bijvoorbeeld New York al verboden.

Is de bontfokkerij niet verboden?

Gelukkig is het houden van dieren voor bont in een aantal landen al verboden, waaronder Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk. In sommige andere Europese landen is er een bontfokkerijverbod lopende, waarbij nog een uitloopperiode gaande is waarin bontfokkerijen langzaam af mogen bouwen. In andere landen zoals Duitsland worden de welzijnsregels steeds strenger waardoor het aantal bontfokkerijen ook langzaam afneemt. Helaas is bont uit het buitenland nog wel gewoon te koop in de hele EU.

Het bont van nertsen

De Amerikaanse nerts wordt op grote schaal gefokt voor zijn vacht. Ze worden gehouden in krappe, kale kooitjes en krijgen slachtafval als voedsel. Vaak vertonen ze angstig en stereotiep gedrag. Nertsen worden gedood door vergassing. Undercoverbeelden van Animal Rights lieten zien dat nertsen hierbij vaak hardhandig aan hun staart getrokken worden en in de gaskist gesmeten worden. Daarnaast lieten beelden ook zien dat het vrij lang duurt voordat nertsen dood zijn, waardoor ze lang lijden in de gaskist.

Vanaf 1 januari 2024 zou het in Nederland verboden worden om nertsen te fokken voor bont. Anno 2020 zijn alle overgebleven nertsen in nertsenfokkerijen gedood door de vele Covid-19 besmettingen die daar voorkwamen.

Konijnenbont

Het konijn is het dier wat het meest gehouden wordt voor bont. In totaal worden er elk jaar meer dan één miljard konijnen gedood voor bont over de hele wereld. Vaak wordt konijnenbont gebruikt in goedkopere kledingstukken omdat het goedkoper is dan bont van bijvoorbeeld nertsen of vossen.

Konijnenbont is geen bijproduct

Vaak wordt gedacht dat konijnenbont niet zo erg is omdat het een bijproduct is van de vleesproductie. Helaas is dat niet waar. Er worden inderdaad miljoenen konijnen gehouden voor vlees (alleen al in de EU 340 miljoen konijnen per jaar), maar dat is een ander soort konijn. Vleeskonijnen worden gefokt om snel veel vlees op te leveren en worden op vrij jonge leeftijd geslacht wanneer hun vacht nog niet goed ontwikkeld is. Het bont van vleeskonijnen wordt dus niet gebruikt in de bontindustrie.

Er worden speciaal één miljard konijnen gefokt puur en alleen voor bont en dat zijn vaak rassen die bekend staan om hun mooie vacht. Deze konijnen worden ouder, vaak ongeveer een half jaar oud i.p.v. 10 tot 12 weken bij vleeskonijnen. Het vlees van konijnen in de bontindustrie wordt nauwelijks gegeten omdat het vlees minder lekker is dan dat van vleeskonijnen.

Vleeskonijnen, bontkonijnen en angorakonijnen

Naast vleeskonijnen en bontkonijnen worden er ook konijnen gefokt voor angorawol. Deze wol komt van angorakonijnen, die bijzonder lange haren hebben. Angorakonijnen zijn ontstaan doordat mensen konijnen zijn gaan fokken op steeds langer haar en kunnen in het wild niet overleven. Angorawol wordt veel gebruikt in de kledingindustrie en wordt vooral geproduceerd in China. Eigenlijk worden alleen de vrouwtjes gebruikt voor de wol, omdat de mannetjes minder wol produceren. De mannetjes worden daarom kort na de geboorte gedood.

Voor het verkrijgen van angorawol hoeven de konijnen niet gedood te worden, maar hun lot is wellicht nog gruwelijker dan dat van bontkonijnen. Meestal worden de konijnen kaalgeplukt, waarbij de haren letterlijk uit hun lichaam getrokken worden. Dit wordt elke 3 maanden gedaan voor 2 tot 5 jaar, totdat de konijnen naar de slacht gaan. Bij het uittrekken van de haren schreeuwen de konijnen van de pijn en het ziet er ook afschuwelijk uit.

Een vreselijk leven voor wasbeerhonden

Wasbeerhonden zijn iets groter dan wasberen en leven in het wild in bossen bij water. De vacht van deze dieren wordt vooral vaak gebruikt voor het maken van bontkragen. Wasbeerhonden worden voornamelijk in Scandinavië en Azië gefokt voor bont. Zowel bij fokkerijen in Europa als uit Azië is bekend dat de wasbeerhonden een afschuwelijk bestaan hebben. Bij Finse fokkerijen is meerdere keren naar buiten gekomen dat de wasbeerhonden ledematen misten en ernstige geïnfecteerde wonden hadden. In China zijn er filmpjes gemaakt van wasbeerhonden die levend gevild werden.

Honden en katten en hun bont

Elk jaar worden er rond de twee miljoen honden en katten gedood voor bont, vooral in China. Deze dieren worden vaak gehouden in kleine, draadgazen kooien onder erbarmelijke omstandigheden. Ondanks dat dit niet is toegestaan, zijn er meerdere keren filmpjes naar buiten gekomen waarin honden en katten levend gevild werden.

Europees importverbod

In Europa is er sinds 2008 een importverbod op bont van honden en katten. Je zou daarom misschien denken dat er hier geen honden- en kattenbont verkocht wordt, maar helaas is dat niet zo. De import van bont van honden en katten die niet voor bont gedood zijn, is wel toegestaan (dus bijvoorbeeld honden en katten die voor hun vlees gedood zijn). Daarnaast is het vrijwel onmogelijk om de import van honden- en kattenbont te stoppen. De douane kan namelijk met het blote oog niet zien of bont van een hond of kat afkomstig is, of van een ander dier. Er wordt wel onderzoek gedaan met microscoop of DNA onderzoek bij bont wat er verdacht uitziet, maar niet al het bont wat geïmporteerd wordt, kan zo onderzocht worden.

Je weet niet of het van een hond, kat of ander dier is

Daarnaast gebeurt het vaak dat honden- en kattenbont in Europa verkocht wordt zonder label óf met een fout label waarop staat dat het bont van een ander dier afkomstig is. Het gebeurt zelfs regelmatig dat honden- en kattenbont met een label ‘nepbont’ verkocht wordt. Hierdoor is het erg lastig om de verkoop van honden- en kattenbont in Europa helemaal te voorkomen.

Het is ook interessant dat het importeren van hondenleer wél is toegestaan. Het is niet bekend in welke producten dit gebruikt wordt en op het label hoeft niet te staan van welk dier leer afkomstig is. Daardoor kunnen alle leren spullen in Nederland in theorie van hondenleer gemaakt zijn en alleen met een DNA-test is aan te tonen of dit het geval is. Hondenleer wordt regelmatig gebruikt voor het maken van handschoenen en voor stukken leer op kleding of voor accessoires.

Coyotes en hun bontjas

Coyotes worden niet gefokt. Het zijn roofdieren die in Noord-Amerika in het wild leven. Daar wordt op ze gejaagd voor hun vacht omdat het behoorlijk wat geld opbrengt. Elk jaar worden er in Canada en de Verenigde Staten bijna een half miljoen coyotes gedood. De meesten worden gevangen met een wildklem. Bij deze klem slaan 2 metalen beugels dicht waardoor het dier vast komt te zitten. Vaak duurt het lang voordat een jager het dier uiteindelijk uit zijn lijden verlost, soms wel een paar dagen. Daarnaast komt het soms ook voor dat een dier zich toch los weet te trekken uit de klem en daarbij een poot verliest of anderszins ernstig gewond wegkomt en vaak later alsnog sterft.

Wildklemmen vangen ook andere dieren

In Europa is de wildklem al sinds 1995 verboden omdat dit voor veel dierenleed zorgt, maar bont van dieren die gevangen zijn met de wildklem mag wel gewoon hier verkocht worden. Driekwart van al het bont wat met een wildklem verkregen is wordt in Europa verkocht, waardoor Europa indirect dus nog wel behoorlijk bijdraagt aan dit dierenleed.

Een bijkomend probleem is dat er vaak ook andere dieren in de wildklem terecht komen. Geschat wordt dat er voor elke coyote die gevangen wordt, 1 tot 4 andere dieren sterven in de wildklem, waaronder soms beschermde diersoorten.

De vacht van chinchilla’s

Chinchilla’s worden vaak gefokt voor hun vacht. Ze worden gehouden in kleine kooitjes en staan erom bekend dat ze in gevangenschap vaak angstig en agressief worden. Het gebeurt regelmatig dat ze zichzelf of anderen verminken en ook kannibalisme komt vaak voor. Moeders doden soms hun baby’s wat samen met andere factoren ertoe leidt dat meer dan 25% van de jonge chinchilla’s in fokkerijen sterft. In 1998 werd het fokken van chinchilla’s verboden met een overgangstermijn tot 2008. Sinds 2008 mogen deze dieren dus niet meer gefokt worden in Nederland. Wel worden chinchilla’s nog gefokt in andere landen zoals China en Rusland, en wordt chinchillabont gewoon nog in Nederland verkocht.

De jacht op muskusratten

Muskusratten worden niet gefokt, maar er wordt wel op ze gejaagd. Dit gebeurt in eerste instantie niet voor hun bont, maar omdat ze schade zouden veroorzaken aan dijken. Vaak worden ze gedood met vallen, waardoor de muskusratten minutenlang lijden terwijl ze verdrinken. Daarnaast sterven er vaak ook andere dieren door deze vallen zoals watervogels en vissen. Elk jaar worden er alleen al in Nederland 155.000 muskusratten gedood.

Het doden van muskusratten kost de Nederlandse overheid 34 miljoen euro per jaar, zo’n € 219,- per muskusrat. Het rare is dat er geen enkel wetenschappelijk bewijs is dat het doden van muskusratten helpt om schade aan dijken te voorkomen. Er lijkt geen relatie te zijn tussen het aantal muskusratten in een gebied en de hoeveelheid schade. Er zijn ook alternatieven om schade door muskusratten te voorkomen, die ook aangedragen zijn door o.a. de Dierenbescherming, maar die nog niet gebruikt worden.

Neerknuppelen van zeehonden

Zeehonden worden niet gefokt voor bont, maar er wordt wel op ze gejaagd voor hun vacht. Elk jaar worden er een paar honderdduizend zeehonden gedood voor bont en dit gebeurt vooral in Canada, Groenland en Namibië. Op kleinere schaal wordt er ook in Noorwegen op zeehonden gejaagd. Gelukkig is de overheid daar in 2015 gestopt met subsidies voor de zeehondenjacht, waardoor de andere drie genoemde landen eigenlijk de enigen zijn die dit nog doen. Het jachtseizoen gaat meestal in april van start en de jonge zeehondjes worden dan vaak doodgeknuppeld of doodgeschoten. Helaas wordt vaak niet gecheckt of een dier dood is waardoor het volgens dierenartsen vaak voorkomt dat zeehonden levend gevild worden. Daarnaast worden ernstig gewonde zeehonden regelmatig achtergelaten.

Hoe winstgevend is de zeehondenjacht eigenlijk nog?

De zeehondenjacht levert tegenwoordig nauwelijks meer wat op en kan alleen nog bestaan door miljoenen aan subsidies van de betreffende overheden. Alleen in Namibië is de zeehondenjacht nog winstgevend, maar nog steeds levert het een stuk minder op dan zeehondentoerisme daar.

Steeds meer landen, waaronder de Verenigde Staten en Rusland, hebben een importverbod op zeehondenproducten, waardoor het aantal dode zeehonden en de winstgevendheid van de jacht afgenomen is. In de EU (en dus ook in Nederland) geldt ook zo’n importverbod. Er wordt wel een uitzondering gemaakt voor producten afkomstig van zelfvoorzienende jacht van inheemse bevolkingsgroepen uit Groenland en Canada. Deze jacht is in Canada kleinschalig, maar in Groenland is bijna 80% van de bevolking inheems en worden er door de Inuit jaarlijks zo’n 80.000 zeehonden gedood. Helaas ontsnapt bijna de helft van alle gewonde zeehonden en sterft later alsnog in zee.

Daarnaast is ook bekend dat in Groenland soms zeehondlijken in zee gedumpt worden omdat er weinig vraag is naar zeehondvlees. Helaas werkt de EU-uitzondering met de bedoeling om kleinschalige traditionele jacht in stand te houden dus niet zo goed, omdat dit als excuus gebruikt wordt voor grootschalige commerciële jacht.

De zachte wol van de karakulschapen

Karakulschapen zijn een bepaald soort schaap die vooral in Centraal Azië voorkomt. De vacht van volwassen karakulschapen is vrij stug en wordt vaak gebruikt voor wol. Karakulschapen zijn echter vooral bekend om de enorm zachte en fijne vacht van de lammetjes. Die houden 3 dagen lang deze zachte vacht voordat ze ook een stugge vacht beginnen te krijgen. Vaak worden deze lammeren gedood als ze tussen de 1 en 3 dagen oud zijn voor hun vacht. De vacht van deze lammeren is nog zachter voordat ze geboren worden, waardoor soms ook de moeder gedood wordt voor de geboorte en het lam dan uit de buik gesneden wordt. Hierbij worden er dus twee dieren gedood voor maar een heel klein beetje vacht. De lammeren zijn dan nog maar klein, waardoor er wel 30 lammeren nodig zijn voor één bontjas (en dus in totaal 60 dieren moeten sterven).

Dit bont wordt verkocht onder verschillende namen waaronder karakul, karakulcha, qaraqul, swakara, Perzisch lam, persianer, astrakan, breitschwanz en broadtail. Het wordt vooral gebruikt door bekende merken, waaronder Gucci, Michael Kors, Ralph Lauren en Dolce & Gabana.

Het zeldzame bont van rode lynxen

Het bont van rode lynxen is erg zeldzaam en levert daarom veel geld op. Hierdoor is het erg winstgevend om op rode lynxen te jagen. Dit gebeurt in de Verenigde Staten en Canada, waar rode lynxen in het wild leven. Er wordt vooral op ze gejaagd met wildklemmen, die elk jaar 50.000 lynxen doden. Lynxen zitten vaak dagenlang vast in deze pijnlijke klemmen voordat de jager ze vindt waardoor ze regelmatig doodgaan van honger, dorst of uitputting. Om de vacht niet te beschadigen, worden de lynxen door de jagers vaak gedood door wurging met een metalen draad.

Helaas zijn wildklemmen enorm wreed, omdat dieren zich vaak los weten te trekken en dan ernstig gewond weglopen. Hierdoor sterven de dieren vaak later alsnog. Daarnaast komen er ook vaak veel andere diersoorten in wildklemmen terecht. Lees meer hierover onder ‘coyotes’.

Vossenvacht

Vossenvacht wordt verkregen via fokkerijen en de jacht. In fokkerijen worden vossen gehouden in kleine kooien en krijgen ze slachtafval als voer. Omdat het geen gedomesticeerde dieren zijn, raken vossen erg gestrest in gevangenschap. Vaak vertonen ze stereotiep gedrag en bijten ze zichzelf waardoor wonden ontstaan. In sommige landen zoals Finland worden ze ook bewust onnatuurlijk groot gefokt en krijgen ze extra veel voer zodat ze extra groot worden en meer bont opleveren. Dit gaat helaas wel ten koste van hun gezondheid en welzijn.

Moeders bijten hun eigen jongen dood

Een ander probleem met vossen in gevangenschap is dat spontane abortussen veel voorkomen en dat moeders hun jongen vaak doodbijten, waardoor de helft van alle baby’s sterft. Eerder werden er in Nederland jaarlijks 20.000 vossen gefokt voor bont, maar sinds 2008 is dit verboden. Helaas worden vossen in Scandinavië, Noord-Amerika en China nog wel gefokt voor bont en wordt dat vossenbont nog steeds in Nederland verkocht. Alleen al in Finland worden er jaarlijks bijna 2,5 miljoen vossen gefokt voor bont. Daarnaast wordt er in sommige delen van de wereld ook gejaagd op vossen voor hun vacht.

De impact van bont op het milieu

Bont wordt regelmatig gepromoot als een natuurlijk en duurzaam product in tegenstelling tot onnatuurlijk ‘chemisch’ nepbont. Het zal misschien niet verbazingwekkend zijn dat dit, net als bij leer, eigenlijk gewoon een fabeltje is. Bont wordt eerst enorm bewerkt voordat het verwerkt wordt in kleding of andere producten. Bont is dan ook zeker geen duurzaam of milieuvriendelijk product.

Land, water, voedsel, energie en andere grondstoffen

De eerste milieuproblemen van bont komen bij het houden van de dieren. Hierbij komen ongeveer dezelfde problemen kijken als bij de productie van andere dierlijke producten: het kost land, water, voedsel, energie en andere grondstoffen. Allemaal grondstoffen die we op andere manieren veel efficiënter zouden kunnen gebruiken. Daarnaast zorgt het voor vervuiling in de vorm van mest. Bij het jagen op dieren voor bont draagt het gebruik van de wildklem ook bij aan een vermindering in biodiversiteit en is het een grote bedreiging voor bedreigde diersoorten.

De chemische bewerking

Na de slacht komt de chemische bewerking van het bont. De vacht van een dier rot namelijk gewoon weg als het niet met chemicaliën bewerkt wordt. Net als bij leer worden hier vaak enorm giftige chemicaliën en zware metalen bij gebruikt. Deze chemicaliën dragen significant bij aan zowel lucht- als watervervuiling. Het is niet voor niets dat veel bontverwerking tegenwoordig in derde wereldlanden plaatsvindt, waar de milieuregels een stuk minder streng zijn.

Daarnaast veroorzaken deze schadelijk stoffen vaak ook gezondheidsproblemen bij de fabrieksarbeiders, waaronder huid- en oogproblemen en een verhoogde kans op kanker. Het ‘Industrial Pollution Projection System’ van de Wereldbank bekeek welke industrieën de meeste vervuiling met zware metalen veroorzaakten en kwam tot de conclusie dat bontverwerking tot de top 5 behoorde.

De giftige chemicaliën die gebruikt worden bij het maken van bont zijn niet alleen slecht voor arbeiders en het milieu, ze kunnen ook schadelijk zijn voor bontdragers. Zo liet een onderzoek van het tv-programma Kassa zien dat er soms residu van deze chemische stoffen op bont achterblijft, waardoor dragers in contact komen met giftige en kankerverwekkende stoffen. Ook in andere landen zoals Duitsland en Denemarken is hier onderzoek naar gedaan en werden stoffen gevonden die schadelijk zijn voor de bontdrager, o.a. op kinderjassen met een bontkraag.

Bont is zoveel slechter dan andere stoffen

Ook in vergelijking met andere stoffen scoort bont slecht als het gaat om het milieu. Het Nederlandse onderzoeksbureau CE-Delft onderzocht de milieu-impact van de productie van nertsenbont en vergeleek dit met de productie van andere textielsoorten zoals katoen, acryl en polyester. Op vrijwel alle punten scoorde bont het slechtst in vergelijking met alle andere materialen. De uitstoot van broeikasgassen was bij bont zelfs ruim 10 keer hoger dan bij alle onderzochte plantaardige textielsoorten. Een ander onderzoek van CE-Delft wat verschillende producten van echt en nepbont vergeleek, concludeerde dat nepbont een stuk milieuvriendelijker is. Nepbont scoorde op alle 18 bekeken milieueffecten beter, vaak zelfs tussen de 3 en 10 keer beter dan echt bont. Textiel blijft beter voor het milieu dan zowel echt als nepbont, maar als iemand dan toch bont wil dragen, dan is nepbont zowel de meest diervriendelijk als de meest milieuvriendelijke keuze.

Bronnen:

Bont voor Dieren & PETA

CE Delft (2011). The Environmental Impact of Mink Fur Production, https://www.ce.nl/publicaties [Accessed on 18-05-2018].

CE Delft (2013). Natural Mink Fur and Faux Fur Products, An Environmental Comparison. https://www.ce.nl/publicaties [Accessed on 18-05-2018].

http://www.cryoftheinnocent.com/facts/

http://thefurbearers.com/the-issues/trapping/canadian-statistics

An estimated 400,000 Coyotes are killed a year

http://www.truthaboutfur.com/en/fox-farming

https://kassa.bnnvara.nl/data/files/1099069284.pdf

Tags:

Ken jij iemand die alles over het veganisme, dierenrechten en het milieu weet en daarnaast ook nog eens vloeiend Mandarijn spreekt? Maak kennis met Elise... en haar 3 lieve katten. Meer blogs lezen…

Elise

Blogger