Dierproeven – Wat zijn de regels?

Nederland heeft een eigen regelgeving rondom dierproeven gebaseerd op de Europese regelgeving. Deze regels staan vast in de Wet op de dierproeven, het Dierproevenbesluit en de Dierproevenregeling.

Je mag niet zomaar dierproeven doen!

Bedrijven en instituten kunnen niet zomaar dierproeven doen. Eerst hebben zij daarvoor een instellingsvergunning nodig waarbij gecontroleerd wordt of er aan alle voorwaarden voldaan wordt. Vergunninghouders staan ook onder toezicht van de NVWA en moeten verplicht een Instantie voor Dierenwelzijn hebben (met uitzondering van kleine proefdierfokkers). De IvD heeft als taak zorg te dragen voor het dierenwelzijn van de proefdieren. De lijst met instellingen die een instellingsvergunning hebben, wordt elk jaar gepubliceerd in ‘Zo doende’, een publicatie van de NVWA.

Daarnaast is er voor elk project waarbij proefdieren gebruikt worden ook een projectvergunning nodig. Deze wordt afgegeven door de Centrale Commissie Dierproeven. De CCD beslist niet zelf of een project een vergunning krijgt. Lokale Dierexperimentencommissies behandelen de aanvragen en bekijken of een project belangrijk genoeg is en of er echt proefdieren nodig zijn. De CCD houdt toezicht op de verschillende Dierexperimentencommissies en beslist op basis van hun advies of een projectvergunning afgegeven wordt.

Verblijf en verzorging

Volgens de wet moeten proefdieren zo goed mogelijk verzorgd en behandeld worden. Vaak wordt er door de sector zelf en in wetten niet gesproken over pijn of leed, maar over ‘ongerief’. Een proefdier moet zo min mogelijk ongerief ondervinden. Zo moeten proefdieren bijvoorbeeld verdoofd worden waar dat niet nadelig is voor het experiment. Ook moeten proefdieren zich in hun verblijven zo veel mogelijk natuurlijk kunnen gedragen. Dit wordt gedaan door dieren voldoende ruimte te geven, een goed klimaat (temperatuur, licht e.d.) en door de kooien goed in te richten naar behoeftes van het diersoort. Zo wordt alles zo veel mogelijk afgestemd op de behoefte van bepaalde diersoorten.

Dit klinkt natuurlijk allemaal erg mooi, maar in de praktijk is dit een stuk minder ideaal. Voor veehouderijen gelden bijvoorbeeld grotendeels dezelfde regels: dat dieren zo veel mogelijk hun natuurlijke gedrag moeten kunnen vertonen, dat hun verblijven zo veel mogelijk geschikt moeten zijn voor het betreffende diersoort en dat pijn en leed zoveel mogelijk vermeden moet worden.

Ook bij dierproeven wordt het dierenwelzijn beperkt door het budget waardoor er bijvoorbeeld maar beperkt ruimte is en kooien niet oneindig groot kunnen zijn. Daarnaast is het lastig objectief te meten hoeveel stress en pijn dieren ervaren. Zelfs in de beste omstandigheden is het niet mogelijk om proefdieren op een geheel leedvrije manier te houden.

Een voorbeeld hiervan is het doden van de proefdieren na de proef. Dit wordt volgens de sector zelf op een ‘humane’ manier gedaan, namelijk met een spuitje, vergassing, de nek omdraaien of het hoofd eraf hakken. Hoewel een dier in laten slapen inderdaad vrij humaan is, zijn de andere methodes dat niet. We weten allemaal dat vergast worden zeker geen leuke pijnloze dood is en bij het omdraaien van de nek of afhakken van het hoofd is het ook maar zeer de vraag hoe pijnloos dat is, zeker aangezien dat ongetwijfeld niet altijd foutloos gebeurt. Als het vergassen van een dier alleen maar ‘licht ongerief’ is dan zegt het feit dat er weinig sprake is van ‘ernstig ongerief’ niet veel.

Waar komen proefdieren vandaan?

De meeste proefdieren worden speciaal hiervoor gefokt. 71% van de proefdieren in Nederland worden door de proefdiercentra zelf gefokt. De overige 29% komt van speciale proefdierfokkerijen uit binnen- en buitenland of komen uit het wild. Onderzoek naar wilde dieren kan op twee manieren plaatsvinden. Soms wordt het onderzoek gedaan in hun natuurlijke omgeving, maar het komt ook voor dat wilde dieren meegenomen worden voor onderzoek in laboratoria. In 2015 werden er bijvoorbeeld bijna 10.000 wilde dieren gebruikt voor dierproeven in Nederlandse laboratoria en meer dan 20.000 dierproeven in de natuurlijke leefomgeving.

Gemiddeld komt zo’n 3% van de dieren bij experimenten in een laboratorium uit het wild. Voor het halen van dieren uit het wild is een speciale vrijstelling van artikel 11 van de Wet op dierproeven nodig. Naast dieren die uit het wild komen, wordt deze vrijstelling ook elk jaar gegeven aan bijna 100.000 andere dieren. Dit zijn dieren die niet speciaal in dierproefcentra of dierproeffokkerijen gefokt zijn. Het gaat dan vaak om dieren als paarden, koeien, schapen, pluimvee en vissen.

Dieren die vaak gehouden worden als huisdieren zoals honden, worden gebruikt voor dierproeven. Onderzoekers gebruiken echter geen dieren die eerder als huisdier gehouden zijn. Honden en andere veel voorkomende huisdieren worden alleen voor dierproeven gebruikt wanneer deze dieren speciaal hiervoor gefokt zijn. Het kan wel soms voorkomen dat proefdieren na de onderzoeken een huisdier worden. Dit komt echter niet veel voor omdat de meeste dieren doodgaan tijdens het onderzoek of anders na het onderzoek gedood moeten worden om hun organen te kunnen onderzoeken. Dode huisdieren worden soms wel gebruikt voor dierproeven, maar alleen wanneer de eigenaar zijn/haar huisdier daarvoor doneert via het dierdonorcodicil.

Genetisch gemodificeerde dieren

27% van de dieren bij dierproeven zijn genetische gemodificeerde dieren. Over het algemeen gaat het dan vaak vooral om genetisch gemodificeerde muizen. Door dieren genetisch te modificeren is het mogelijk om meer te leren over bepaalde ziektes en de relatie tussen een ziekte en bepaalde genen. Vaak is het ook van belang dat er een grote groep dieren is die genetisch gezien identiek zijn. Ook kan genetische modificatie gebruikt worden om veel dieren met een bepaalde ziekte te creëren, waardoor het makkelijker wordt om dieren te vinden voor het ontwikkelen en testen van behandelmethodes.

Heel soms kunnen dieren in meerdere experimenten gebruikt worden. In 2015 werden 8500 dieren voor twee of meer dierproeven gebruikt. Meestal is dit echter niet mogelijk omdat dieren tijdens de dierproeven sterven of daarna gedood worden voor verder onderzoek.

Volgende blog in deze serie over dierproeven: Welke dieren worden er gebruikt?

Link naar de andere blogs: Waar worden dieren voor gebruikt?

Bronnen

Animal Rights

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/dierproeven/regels-dierproeven  

https://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ%3AL%3A2010%3A276%3A0033%3A0079%3ANL%3APDF

https://www.stichtinginformatiedierproeven.nl/  

https://newscientist.nl/nieuws/kunstmatig-muizenembryo-stamcellen-zonder-eicel/  

https://newscientist.nl/nieuws/keuzeproces-stamcellen-in-kaart-gebracht/  

https://www.ukrant.nl/magazine/de-toekomst-is-er-al/  

https://ec.europa.eu/jrc/en/science-updates?f%5B0%5D=sm_field_related_topics%3Anode%3A113053  

https://www.stichtinginformatiedierproeven.nl/wp-content/uploads/Brochure-SID-2017.pdf  

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/jaarverslagen/2018/02/01/jaarverslag-nvwa-zo-doende-2016  

https://orip.nih.gov/comparative-medicine/programs/vertebrate-models#chimpanzee  

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3731199/  

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3485288/  

https://www.ad.nl/binnenland/het-is-hier-geen-slachthuis~aa883ba4/  

https://www.rathenau.nl/nl/kennis-voor-beleid/van-aap-naar-beter  

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/12/15/advies-transitie-naar-proefdiervrij-onderzoek  

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32336-56.html  

https://www.knaw.nl/nl/thematisch/de-nederlandse-wetenschapsagenda/leven-en-chemie/kunnen-we-organen-nabootsen-op-een-chip  

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/een-lever-nagebouwd-in-een-chip/  

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/veiligheid-voor-de-huid-zonder-dierenleed/  

https://politiek.tpo.nl/2014/05/30/haagse-grabbelton-defensie-loog-tegen-peta-over-dierproeven/  

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/defensie-test-gifgas-voor-defensieve-doeleinden-~bfbbb68e/  

https://speakingofresearch.com/facts/uk-statistics/  

Tags:

Ken jij iemand die alles over het veganisme, dierenrechten en het milieu weet en daarnaast ook nog eens vloeiend Mandarijn spreekt? Maak kennis met Elise... en haar 3 lieve katten. Meer blogs lezen…

Elise

Blogger