Lopen door haar tuin in Baarlo met Igna Janssen is een tocht vol verrassingen. Overal groeien planten met een verhaal. En, overal staan eetbare kruiden, groenten en fruitstruiken of –bomen. Ook bijzondere vruchten als kaki’s hebben zich bij haar geworteld. Bovendien is Igna gul. Voortdurend checkt ze of haar bezoeker bepaalde plantjes al heeft, en zo niet, dan steekt ze direct de schop in de grond. Een belevenis, dankzij deze veganist van het eerste uur die ook haar levensverhaal graag met ons deelt.
“Veganist met heel mijn hart”
“Ik ben altijd dol geweest op de hele schepping. Als kind hield ik plakboeken bij. Ook nu nog verzamel ik van alles. Niet alleen planten en bloemen, maar ook de haren van de hond, de veertjes van de haan, schilderijen, foto’s en beelden,” zo verklaart de nu 68-jarige Igna de uitgebreide verzameling beeldjes en afbeeldingen van flora en fauna in haar huis. Het was ook als kind dat zij besloot geen vlees meer te eten. “Het woord vegetariër kende ik nog niet. Op mijn achtste vroeg ik mijn moeder waarom mensen vlees eten. Toen meende mijn moeder, dat je dood zou gaan als je dat niet deed. Maar zij stierf zelf onverwacht toen ik tien jaar was. Daarna dacht ik, dan kan ik net zo goed geen vlees meer eten en risico lopen. Immers, de grootste dieren van de wereld, zoals olifanten, eten geen vlees. Waarom ik dan niet?”
In die tijd begon Igna te zien dat er meer niet klopte. “Kalfjes die na hun geboorte in kisten belandden, haantjes die verdwenen. En bijen die witte suiker kregen in plaats van iets gezonds. Toen hoorde ik later ook nog dat ze een groot deel van het bijenvolk vergasten zodat ze niet aan de honing zaten. Dat wilde ik allemaal niet meer. Bovendien voelde het steeds slechter als ik bij andere mensen wel een eitje at. In 1976 , op mijn 21e, kreeg ik verkering met mijn man, die werd ook al snel vegetariër. Vervolgens ontdekte ik dat er een vegetariërsbond was. Wij sloten ons aan bij de jongeren, die met elkaar discussieerden over wat allemaal niet kon. Niet lang daarna zijn wij veganist geworden.”
Igna Janssen in haar tuin: “Dol op de hele schepping.”
Kok uit Amsterdam
Voor de buitenwereld was dat, zeker in die tijd, een schok. Toen het stel in 1979 trouwde, was er wel een zaal te huur in het dorp, maar moest de kok uit Amsterdam komen. “Mijn wens was dat zij iets maakte dat voor onze gasten leek op wat ze kenden. Dat leverde een heerlijke maaltijd met onder andere rode bietjes op,” herinnert Igna zich nog goed. “Maar sommige gasten beschouwden bieten als veevoer en gingen eten bij de snackbar aan de overkant.”
“Toen wij trouwden hebben wij onze leefstijl ook ‘wereldkundig’ gemaakt en besloten we dierlijk voedsel voortaan te weigeren, ook al zouden mensen iets speciaal voor ons hebben gekocht of gemaakt. Daarmee hebben we best veel mensen voor de kop gestoten, ze vonden dat we niet normaal deden. Dat heeft vriendschappen beperkt, mensen wilden niet meer met ons omgaan, ze vonden ons lastig. Onze vriendenclub bestond dan ook uit veganisten. Maar die woonden ver weg ten opzichte van Venlo waar wij eerst woonden. Gelukkig kwam de groep regelmatig een dag bij steeds iemand anders, dus ook bij ons. We maakten zelf sojamelk, kookten samen, wandelden en zongen liedjes. Dat is een beetje verpieterd en ik zou het heel leuk vinden als zoiets weer zou ontstaan.”
Wisseltrucs
Igna en haar man hebben twee kinderen, een dochter en een zoon. De zoon is sinds 2015 vrijwilliger bij de NVV en onderhoudt de website van de Vegan Challenge en de NVV. Toen hij nog klein was, muntte Igna uit in wisseltrucs, bijvoorbeeld bij Sinterklaasmiddagen op school. En bij Pasen kregen de kinderen een ei van tofu uitgesneden, ingewreven met kruidenzout, mee in een trommeltje naar De Vrije School. Haar zoon vertelt dat hij op z’n 28e werd herkend door een juffrouw van de peuterspeelzaal. Niet omdat ze zo’n goed geheugen had, maar omdat hij de enige was in haar hele carrière die een stoffen luier had. Igna vult vrolijk aan: “Ik gebruikte een speciale manier van vouwen, die ik nog steeds zou kunnen toepassen.”
Maar kinderen veganistisch opvoeden is nu niet gemakkelijk en toen al helemaal niet. “Ze werden bijvoorbeeld bij slechts een paar kinderen op feestjes uitgenodigd, alsof veganisme besmettelijk zou zijn”, vertelt Igna lachend. “Of kinderen vroegen: mag ik na school komen spelen en kan ik dan ook mee-eten? Als puntje bij paaltje kwam, gingen ze toch naar iemand anders toe. Als ik dan vroeg waarom, was de reactie dat wij anders aten. Nou, dat doen wij ook gewoon door de mond hoor, zei ik dan.“
“Tegen onze kinderen heb ik altijd gezegd, we eten hier zoals we eten, wat jullie later doen moeten jullie zelf weten. Wel was ik in het begin heel bezorgd of ik ze alles wel gaf. Iedereen zei, dan krijgen ze tekorten, dan worden ze ziek. Om dat te voorkomen heb ik mij altijd verdiept in voeding en eten,” vult Igna aan. Toch begrepen andere volwassenen niet dat iemand die ervoor kiest om veganistisch te leven, niet een keer een uitzondering kan maken. “Ik heb de kinderen uitgelegd dat mensen ook rekening moeten houden met iemand die suikerziekte heeft. Anderen vonden dat geen goede vergelijking, immers, wat wij deden was vrijwillig.”
Egoïstisch
Igna zelf kreeg in haar jeugd onder andere te horen dat haar keuze om geen vlees meer te eten egoïstisch was. “Als tiener wist ik zo gauw geen antwoord, ik heb nachten wakker gelegen. Dat ging heel ver, bijvoorbeeld dat ik de boeren hun werk niet gunde. Een oom van mij zei, wacht maar tot je een keer verstandig wordt. Anderen zeiden: ‘Die periode heb ik ook gehad, in mijn studententijd. Daarna ben ik verstandig geworden en weer normaal gaan doen.’ Zelf denk ik niet dat er een weg terug is, ik heb me met mijn hart aan deze keuze verbonden. Maar ik voelde als kind al het leed dat dieren aangedaan is. Dat heeft niet iedereen.”
Terugkijkend op haar veganistische leefstijl vroeger vindt Igna het ‘t lastigste dat ze niet overal meer meetelde en dat mensen niet meer met haar om wilden gaan. “Er waren ook mensen die zeiden, goh, dat kon ik aan jou niet zien. Jullie zien er toch normaal uit, niet van die geitenwollensokkentypes. Lastig was ook dat wij niet iedereen konden vertrouwen in wat ze in het eten deden. Er waren zelfs mensen die daar expres iets dierlijks doorheen deden, dan kon ik dus niets eten. Of die pas achteraf zeiden, dat heb je niet gemerkt, hè. We hebben nogal eens op een houtje moeten bijten op een feestje. Maar voor de kinderen nam ik altijd zelf iets lekkers mee.”
Igna’s tuin staat vol met planten met een verhaal.
Koffiemelkkaas
Zelf plantaardig koken heeft Igna nooit moeilijk gevonden. “Doordat mijn moeder vroeg stierf, ben ik vanaf mijn 15e de huishouding gaan doen, naar mijn toen vegetarisch eetpatroon. Zelf bedacht ik hoe ik lekkere gerechten kon maken. Ook lette ik op dat ik niets verspilde. Koffiemelk die om was, terwijl de koeien daarvoor hadden geleden, gooide ik niet weg, maar kookte ik op. Daardoor werden vetten gescheiden van het water, dat ging door een doek heen, in de koelkast, waardoor het resultaat kaas was die goed smaakte, zo vonden mijn broers en zussen.
Tegenwoordig zijn er natuurlijk veel meer vegan opties. Igna let erop dat ze geen ‘troep’ koopt, zoals ze dat noemt. “Ik vind het wel leuk iets nieuws op vegan gebied uit te proberen, maar kies bijna altijd voor biologische producten en heb altijd een kaartje bij me met E-nummers. Natuurlijk is het ook fijn dat er nu meer te kiezen valt. Vroeger dronken wij veel thee en sojamelk. Nu kunnen we meer variëren en ik denk dat dit ook gezonder is.”
Te netjes opgevoed
Op de vraag of zij zichzelf als activist beschouwt, antwoordt Igna dat zij het veganisme altijd heeft willen uitdragen. Ze stond op stands voor de Vegetariërsbond en voor de Veganistenvereniging, en was blij toen de Partij voor de Dieren er kwam. “Eindelijk iemand binnen de politiek die voor dieren wil spreken. Zelf ben ik ook een tijd actief geweest bij ‘PK’ Progressieve Combinatie, die was samengegaan met GroenLinks. Maar als je niet brutaal was en een ander niet in de reden viel, kwam je nergens. Daar was ik te netjes voor opgevoed. Toch zeiden anderen, als ze zich tijdens een discussie in het nauw voelden komen, jij wilt altijd gelijk hebben.”
Geen politieke loopbaan dus voor Igna, wel heeft ze tot 2010 vrijwilligerswerk gedaan voor het toenmalige Samenwerkingsverband Milieuvoorlichting Limburg (SMVL). Alles wat maar voor de promotie van veganisme is, juicht ze toe. Zo ook de VeganChallenge. “Als ik vergelijk wat er destijds in 1976 voor plantaardige opties waren en hoe dat nu is, dan hebben we samen veel bereikt. Voor mij persoonlijk is het mooiste dat ik niet schuldig ben geweest aan al het dierenleed. Zelfs onze hond die 17 jaar is geworden, heeft altijd veganistisch gegeten en ons haantje mocht bij de hond in de mand slapen. Ik ben ervan overtuigd dat wij als mensen niet zijn geschapen om zónder dieren te leven. Maar hoe dieren soms worden aangeschaft als een artikel in huis, daar heb ik geen enkel begrip voor!”
De rauwkost van Igna bevat altijd eigen groenten en kruiden.
Favoriet recept: Rauwkost!
“Ik denk dat ik het meeste heb met rauwkost. Het is iets wat wij iedere dag eten. Alles wat je hebt aan groente kun je gebruiken. Vooral wanneer je een kruidentuin hebt, is er altijd wat bij de hand. Ik werk zelf eigenlijk nooit met kookboeken, dus alles wat ik klaarmaak, is uit de losse pols. Maar de basis van de rauwkost is het sausje.”
Sausje:
Een deel citroensap
Drie delen olie (kan bio-zonnebloem- of raapolie zijn)
3 tot 5 teentjes knoflook
bio-suiker of mout naar smaak
Een half deel bio-mosterd
Zout en peper
Het is ook mogelijk om er mayonaise van te maken, dan doe je er nog een gekookte aardappel in.
Stop alles in een mengbeker en klaar.
Regina Buijze (1960) heeft na werkzaam te zijn geweest in de journalistiek en communicatie gekozen voor het onderwijs. Dit is haar vijfde jaar als docent Nederlands bij Wings Agora in Roermond. Regina eet vegetarisch sinds ruim 27 jaar, waarvan nu 4,5 jaar veganistisch. Verder zet Regina zich bij de ‘Omwentelaars’ in voor o.a. een groter plantaardig aanbod in de horeca.