Elk jaar doen er weer duizenden mensen mee aan de Vegan Challenge. Alleen wat gebeurt er nadat de challenge is afgelopen? Blijven ze dan veganist of gaan ze weer terug naar hun oude eetpatroon?
Kim uit Rotterdam deed in april mee en deelt vandaag haar ervaringen.
Waarom deed je mee met de VeganChallenge?
Mijn motivatie om minder dierlijke producten te eten komt voort uit de schadelijke effecten op onze natuur die de vleesindustrie veroorzaakt. Een feit waar ik al langer mee bekend was, dat van tijd tot tijd aan mijn geweten knaagde, maar waar ik nog niet goed naar wist te handelen.
Ik keek documentaires zoals ‘Cowspiracy’ en zag de voordelen van plantaardig eten voor de gezondheid in films zoals ‘Forks over Knives’, maar zomaar je levenswijze omgooien vraagt een hoop discipline. De VeganChallenge kwam voor mij als geroepen. Het idee om voor 30 dagen mijn eetpatroon aan te passen vraagt geen eeuwigdurende offers. Ik hoefde nog helemaal niet bereid te zijn om voor ALTIJD ei en kaas en vooruit.. bitterballen, op te geven! Het was besloten: ik ging 30 dagen volledig veganistisch en mijn partner deed alleen de avondmaaltijd mee en daar werd zelfs mee gesmokkeld: een veganpasta kreeg op zijn bord toch wat geraspte Parmezaanse kaas en waar ik een veganistische vleesvervanger bij mijn stamppot at, at hij ’the real deal’.
Hoe verliepen die 30 dagen?!
Ik nam de uitdaging serieus: het werd een sport om dierlijke producten te vermijden. De dagelijkse nieuwsbrieven werden een aanmoediging om vooral door te blijven zetten. Aanmoedigingen waar ik reikhalzend naar uitkeek: als een nieuwsbrief een dag eens wat later in mijn mailbox verscheen, miste ik hem zelfs! Mijn ‘sportieve’ prestaties maakte ik visueel: ik hield een kalender bij waarop ik trots elke dag waar ik volledig plantaardig had gegeten afstreepte.
Wat vond je lastig?
Het spannendst vond ik het kenbaar maken van mijn deelname. De eerste paar dagen hield ik het zoveel mogelijk voor me. Ik deed dit voor mezelf en wilde niet als een soort zendeling anderen er mee lastig vallen – bang dat ze het zouden zien als een nieuwe gezondheidshype of ‘interessantdoenerij’. Uiteindelijk moest ik dan toch een keer uitleggen waarom ik eigen boterhammen mee wilde nemen naar de kantoorlunch of de verjaardagstaart van een collega liet staan.
Ik ben opgegroeid in het katholieke Limburg en hoewel zelf niet religieus heb ik toch dankbaar gebruik gemaakt van de katholieke vasten om in de maand april – zo net na de Pasen – uit te leggen waar ik mee bezig was: om mijn ecologische voetafdruk te verkleinen zou ik 30 dagen lang alle dierlijke producten laten staan, zo’n beetje als de vasten – de periode waar men vaak snoep, vlees en andere luxe producten 40 dagen laat staan. Deze vergelijking maakte het voor veel van mijn collega’s, vrienden en familie opeens herkenbaar en niet meer zo gek.
Uiteten in restaurants was ook even wennen. We gaan graag uit eten en genieten enorm van creatieve keukens. Betekende mijn deelname dan nu dat we alleen nog maar in ‘geitenwollensokkententen’ zouden komen? Helemaal niet! Chefs die doorgaans niet veganistisch koken in hun restaurant hebben me enorm verrast in creativiteit, diversiteit en smaak!
Hoe deed je dat dan?
Van te voren heb ik telkens even gezocht naar een restaurant waar groenten sowieso serieus worden genomen en dan contact opgenomen om te vragen of het een probleem zou zijn om een veganistische maaltijd te koken. Dit verzoek werd telkens met veel bereidheid ontvangen. Wat blijkt, goede chefs vinden het een toffe uitdaging. Zij zitten doorgaans vast aan de menukaart en krijgen nu de uitdaging om, buiten de gerechten die ze elke avond maken, iets nieuws te proberen!
Wat heb je na de challenge gedaan?
Ik ging er zó in op die 30 dagen lang, dat na afloop het zelfs voelde als ‘spijbelen’ als er werd gezegd dat ik nu weer kaas ‘mocht’ op mijn pasta! Na een periode van ontwenning ben ik na deze 30 dagen niet 100% veganistisch gebleven.
Is de Challenge dan ‘mislukt’? Daar kan ik alleen maar volmondig NEE op antwoorden. De challenge heeft me een heel mooi kado gegeven; een dat ik graag met zoveel mogelijk mensen zou willen delen: het BESEF en de kracht van KEUZE.
Ik kan ELKE maaltijd opnieuw kiezen wat en hoe ik wil eten. Mijn (tijdelijk) genot van een bepaald gerecht kan ik afwegen tegen de effecten die dat gerecht heeft op de planeet. Net wakker word ik echt niet gelukkiger van volle yoghurt in mijn bakje muesli dan van soya-yoghurt en die boterham tussen de middag kan prima belegd met pindakaas in plaats van gewone kaas – daar wordt mijn dag echt niet minder goed van. Het zijn zulke kleine ‘offers’ dat het bijna vanzelf gaat. En die ene keer onbezwaard uiteten met vrienden en familie in een restaurant dat niet-veganistisch is, is waardevol en maakt mijn inspanningen de rest van de dagen niet voor niets.
Wat zou je de deelnemers mee willen geven?
Het is niet alles of niets, je kunt al veel goeds doen door vaker bewust te kiezen. De zelfverzonnen ik-moet-nu-voor-ALTIJD-HONDERD-PROCENT-plantaardig-regel maakte dat ik lang helemaal geen stap zette. Die ‘regel’ hoeven we ons niet op te leggen. Begin met kleine stappen!
De VeganChallenge is zo’n stap en ik raad hem iedereen aan!
En van mijn favorieten quotes is dan ook: ”Don’t do nothing because you can’t do anything. Do something. Anything. ” Colleen Patrick-Goudreau