Galette met seizoensfruit

Een heerlijk dessert met vers fruit van het seizoen op een hartige bodem. Of ga voor de winterse variant met stoofpeertjes! Met deze hoeveelheid kun je kiezen om grote of kleine stukken te serveren.

Galette met seizoensfruit

Ingrediënten

Voor de bodem:

Voor de vulling:

Bereiding

Meng in een kom - of keukenmachine - de bloem, suiker en zout. Snijd de boter in kleine blokjes. Zodra het deeg kruimelig is, meng je de boter erdoor.

Rasp de schil van de citroen en pers de citroen uit. Houd de rasp apart. Meng het koude water en citroensap door het beslag en kneed het deeg met je handen tot een bal.

Bestuif het aanrecht met bloem en rol het deeg uit tot een platte schijf van ongeveer 30-35 cm doorsnede. Leg het op een groot bord en dek af met theedoek. Zet het deeg minimaal een uur in de koelkast tot gebruik.

Maak je een winterse variant? Verse stoofpeertjes kun je kant-en-klaar kopen of zelf stoven. Houd bij kant-en-klare stoofpeertjes minimaal een uitlekgewicht van 300 gram aan. Zelf stoven? Kijk even bij Tip 2.

Meng het zomer- of winterfruit met de gember, citroenrasp, citroensap, suiker en maïzena door elkaar en zet het tot gebruik in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Leg een vel bakpapier op het werkblad en bestuif het met meel. Leg het deeg uit de koelkast erop. Schep het vaste deel van het fruitmengsel op het midden van het deeg. Houd hierbij rondom 4-6 cm vrij. Houd het overgebleven fruitsap achter.

Pak de randen voorzichtig op en rol een stukje naar binnen. Het mag wat over de randen van de vulling heen.

Meng het overgebleven fruitsap door de plantaardige melk en bestrijk de rand van het deeg hiermee.

Bak de galette circa 35 minuten tot het deeg goudbruin is en het fruit borrelt. Laat wat afkoelen voordat je het serveert.

Tip: Je kunt het deeg maximaal 2 dagen van tevoren maken en bewaren in de koelkast. Doe het in dat geval in een afgesloten doos of in een kom afgedekt met een theedoek, zodat het niet uitdroogt.

Tip 2: Voor het zelf stoven breng je 3 geschilde stoofperen in 1 liter appelsap aan de kook. Laat ze 20 minuten zachtjes borrelen tot ze beetgaar zijn. Halveer de peren en haal het klokhuis eruit met behulp van een mesje en lepel, zodat de helften nog mooi intact blijven. Snijd dan de peertjes in reepjes. Probeer ze aan de bovenkant vast te laten, zo kun je de peren als een waaier op het deeg draperen.

Serveertip 1: Serveer met bolletje ijs en opgeklopte kokosroom.