Risotto met knolselderij en paddenstoelen

Bereiding

Verwarm de oven voor op 200° (gasoven) of 180° (elektrische oven). Bekleed een bakplaat met aluminiumfolie. Schil de knolselderij en snijd in blokjes van ca 1 cm. Doe de blokjes in een kom met 50 milliliter olijfolie, koriander en een snuf peper en zout. Roer goed door, zodat alle blokjes ingesmeerd zijn. Verspreid de blokjes knolselderij over de bakplaat en rooster ze zo’n 30 minuten in de oven.

Pel en snipper de ui. Verhit 2 el olijfolie in een grote pan en bak de ui met wat zout, tijm en paprikapoeder. Voeg de risottorijst toe en roerbak tot het glazig wordt. Blus af met de witte wijn. Blijf roeren totdat deze is opgenomen door de rijst en voeg dan telkens een scheutje bouillon toe en roer totdat het is opgenomen. Ga hiermee door totdat de rijst gaar is.

Rooster ondertussen het sesamzaad in een droge pan tot de zaadjes beginnen te springen. Laat ze niet te veel verkleuren. Plet ze in een vijzel, samen met een theelepel grof zeezout. Als je geen vijzel hebt kun je de zaadjes ook in een zakje doen en met een lepel pletten. Dit mengsel heet gomasio.

Snijd dan de paddenstoelen in stukjes en bak deze met een scheutje olijfolie (in de sesampan) in zo'n 8 minuten mooi bruin.

Spoel de kikkererwten af en laat ze uitlekken. Pureer de kikkererwten samen met een schepje bouillon, een scheutje olie en wat citroensap in de keukenmachine (of met een staafmixer) tot een smeuïge puree. Roer de kikkererwtenpuree door de risotto. Voeg ook de knolselderij en de paddenstoelen toe en breng op smaak met de gomasio. Strooi er eventueel als topping sesamzaadjes en fijngesneden peterselie over.