Wat betekent ‘biologisch’ eigenlijk? Sinds 1991 zijn er in Europa regels waar plantaardige biologische producten aan moeten voldoen om een biologisch keurmerk te krijgen. In Nederland is dat het EKO-keurmerk en een sticker met het Europese keurmerk met een groen blaadje.
Om dit keurmerk te krijgen, moeten bedrijven aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Geen kunstmest gebruiken
- Geen synthetische bestrijdingsmiddelen gebruiken
- Werken zonder genetische manipulatie (wat in de EU sowieso al niet toegestaan is)
- Telen in een natuurlijke grond (dus niet bijvoorbeeld op een kunstmatige ondergrond van steenwol)
- Bij de verwerking mogen er geen chemische kleur-, geur-, en smaakstoffen toegevoegd worden
Wat is het verschil tussen biologisch en niet-biologisch?
Uit onderzoeken en steekproeven onder consumenten blijkt dat er geen zichtbaar verschil is tussen biologische en niet-biologische groente. Ook valt op basis van smaak niet op te maken of een groente biologisch is of niet. Het blijft echter een belangrijke vraag of de verschillen in teeltwijze voordelen opleveren en wat voor voordelen dat dan zijn.
Biologisch eten en gezondheid
Hoewel de meeste mensen biologisch eten voor hun gezondheid, is het opmerkelijk dat er geen bewijs is dat biologisch voedsel ook daadwerkelijk gezonder is. Uit meer dan 100 onderzoeken naar de gezondheid van biologisch versus niet-biologisch eten is naar voren gekomen dat de één niet gezonder is dan de ander. Daarom stellen bijvoorbeeld het Voedingscentrum en de Gezondheidsraad dat biologische groenten niet per se gezonder zijn en zeker niet nodig zijn om gezond te blijven. Voor veel mensen die biologisch eten, is dit moeilijk te begrijpen. Dit heeft echter vaak te maken met het feit dat veel mensen niet goed weten wat het verschil is tussen biologische en niet-biologische teelt.
Voedingsstoffen in biologische groente
Er is geen bewijs dat biologische groente meer gezonde voedingsstoffen bevat dan niet-biologisch geteelde groente. Uiteraard verschilt het per stuk groente wat de precieze hoeveelheden van voedingsstoffen zijn. Geen enkele paprika bevat precies hetzelfde. Tussen kroppen sla die in verschillende delen van Nederland of ergens anders in de wereld geteeld zijn, zit er altijd verschil, ook binnen biologisch geteelde varianten.
De precieze samenstelling van voedingsstoffen hangt namelijk af van de voedingsstoffen in de bodem en de omstandigheden waarin de plant groeit. Veel omstandigheden, zoals de hoeveelheid water en zonlicht, kunnen heel erg verschillen, maar hebben niets met biologische teelt te maken. Het enige wat een verschil kan maken voor de voedingsstoffen, is het gebruik van dierlijke mest bij biologische teelt. Het probleem is dat niet alle mest dezelfde samenstelling heeft.
Dit en andere omstandigheden zorgen ervoor dat niet alle biologische paprika’s dezelfde verhoudingen aan voedingsstoffen bevatten. Ook is er geen bewijs dat groente die geteeld zijn met kunstmest minder goede voedingsstoffen bevatten. Daarom is het ook niet verbazingwekkend dat onderzoeken hebben aangetoond dat biologische groenten niet meer gezonde voedingsstoffen bevatten dan niet biologische groente. Voor de voedingsstoffen maakt het dus niet uit of je biologisch kiest of niet.
Jakkie, pesticiden
Een andere belangrijke reden waarom mensen voor biologisch kiezen, zijn pesticiden. Uit onderzoek in het Verenigd Koninkrijk bleek dat 95% van de mensen die biologisch eten dat vooral deden omdat ze denken dat biologische groente onbespoten zijn. Dit geeft echter vooral aan dat mensen kiezen voor biologisch zonder zich daar eerst voldoende in te verdiepen. Biologische groente wordt namelijk net als gangbare groente gewoon bespoten.
Biologische groenten worden wel bespoten
Het enige verschil is dat er bij de biologische teelt gebruik wordt gemaakt van natuurlijke bestrijdingsmiddelen in plaats van synthetische pesticiden. Deze ‘natuurlijke’ pesticiden zijn echter nog steeds allesdodende middelen. Dat iets natuurlijk is, wil niet zeggen dat het dan ook gezonder is en in het geval van natuurlijke pesticiden zijn er ook genoeg die behoorlijk gevaarlijk en ongezond zijn.
Rotenon, een natuurlijk bestrijdingsmiddel wat in de biologische teelt gebruikt werd, is bijvoorbeeld erg giftig en leidt bij proefdieren o.a. tot Parkinsonachtige symptomen en is daarom inmiddels verboden in Nederland. Dit werd in de biologische teelt gebruikt omdat dit bestrijdingsmiddel geen sythethische ingrediënten bevat. Dat bestrijdingsmiddelen alleen natuurlijke ingrediënten bevatten wil dus zeker niet zeggen dat iets ook per se gezonder of veiliger is.
Ons lichaam breekt pesticiden af
Gelukkig zijn pesticiden tegenwoordig sowieso geen groot gezondheidsprobleem meer. Vroeger werden pesticiden gebruikt die ons lichaam niet kon afbreken, waardoor pesticiden zich konden ophopen in het lichaam, wat natuurlijk niet gezond is. Tegenwoordig worden er in Nederland vrijwel alleen nog maar pesticiden gebruikt die ons lichaam helemaal kan afbreken en uitscheiden. Dit geldt voor zowel de natuurlijke als de synthetische bestrijdingsmiddelen.
Ook wordt er goed gecontroleerd om ervoor te zorgen dat er bij beide soorten teelt niet te veel bestrijdingsmiddelen gebruikt worden. Hierdoor blijft de hoeveelheid pesticiden die we binnenkrijgen erg beperkt en ruim onder de veiligheidsnorm. Op groente en fruit van buiten de EU worden wel eens hoge concentraties bestrijdingsmiddelen gevonden, maar die producten worden dan niet toegelaten op de Nederlandse markt. Daarnaast is er nog weinig bewijs dat synthetische bestrijdingsmiddelen überhaupt ongezond zijn. Op basis van onderzoek schat de WHO dat het verhoogde sterfrisico door pesticiden 1 op één miljoen per jaar is. Dat is vele malen minder dan het risico van andere soorten vervuiling, zoals luchtvervuiling. Voor de gezondheid maakt het dus niet uit of je voor biologische groente met natuurlijke pesticiden kiest of voor gangbare groente met synthetische pesticiden.
Kunstmest vs. dierlijke mest
Een andere factor die een verschil zou kunnen maken voor hoe gezond biologisch en gangbare groentes, is de grond waarin het groeit. Dit is eigenlijk iets wat vrij weinig naar voren komt in discussies over hoe gezond biologisch eten is. Kunstmest is namelijk een vrij gezonde keuze omdat we daar zelf de precieze samenstelling van kunnen bepalen. Bij dierlijke mest is dat niet het geval. Dat betekent dat de samenstelling en dus de voedingsstoffen in de bodem erg kunnen verschillen binnen de biologische teelt.
Daarnaast kunnen ook de ongezonde stoffen uit mest in de bodem terecht komen. Dit zijn bijvoorbeeld zware metalen die vee via voedsel binnenkrijgen en deels weer uitscheiden, maar ook medicijn- en antibioticaresten.
Hoe ongezond dat is, weten we nog niet
Uit onderzoek is ook gebleken dat planten, waaronder groentes, bijvoorbeeld een deel van de antibioticaresten uit de grond opnemen. Er is tot nu toe nog geen onderzoek gedaan naar wat voor effect dit heeft op de gezondheid, maar het lijkt me niet onwaarschijnlijk dat dit de gezondheid niet ten goede komt. Daarnaast is er bij dierlijke mest ook een grotere kans op ziektes, door bijvoorbeeld besmetting met de E. Coli bacterie. Zeker aangezien kunstmest een veiligere optie is, is biologisch in dit opzicht waarschijnlijk ongezonder dan gangbare groenten.
Wat is het verschil in smaak?
Mensen die biologisch eten, zeggen vaak het verschil te kunnen proeven tussen biologische en niet-biologische producten. Zij zeggen vaak biologische producten over het algemeen lekkerder te vinden. Toch wijzen alle onderzoeken waarbij mensen biologische en niet-biologische producten moesten testen erop dat er geen duidelijk verschil is qua smaak. Ook werden de niet-biologische producten met regelmaat door de meerderheid aangewezen als de lekkerste.
Biologisch en milieu
Biologische bestrijdingsmiddelen zijn gemaakt van natuurlijke ingrediënten. Zoals al eerder genoemd, wil dat niet zeggen dat ze dan gezonder of minder gevaarlijk zijn. Het enige voordeel is dat deze bestrijdingsmiddelen sneller afgebroken worden in de natuur.
Het bestrijdingsmiddel Rotenon doet er bijvoorbeeld zes maanden over om afgebroken te worden, terwijl veel synthetische bestrijdingsmiddelen er jaren of zelfs decennia over doen om afgebroken te worden. In de tussentijd vervuilen ze het milieu en kunnen zo schade aanrichten.
Pesticiden en de dieren?
Veel mensen denken dat biologische bestrijdingsmiddelen minder slecht zijn voor dieren, vooral insecten. Daarom wordt het redden van belangrijke insecten als bijen soms ook genoemd als reden om voor biologische groenten te kiezen. Helaas zijn biologische pesticiden lang niet altijd beter voor insecten en soms zelfs giftiger. Onderzoek in Canada naar verschillende biologische en synthetische bestrijdingsmiddelen liet zien dat het biologisch gif vaak schadelijker was. Zo zorgde het biologische gif niet alleen voor het doden van insecten, maar ook voor het doden van dieren die deze insecten weer opaten.
Het synthetische bestrijdingsmiddel bleek alleen de insecten zelf te doden en was veel effectiever waardoor er minder van nodig was. Daarnaast bevatten de meeste biologische bestrijdingsmiddelen onwijs giftige (maar ‘natuurlijke’) substanties, zoals kopersulfaten. Deze bestrijdingsmiddelen zijn vaak erg giftig voor ongewervelden, waaronder bijen. Vaak zijn synthetische bestrijdingsmiddelen juist beter voor bijen en andere insecten, omdat die vaker alleen giftig zijn voor het insect waar het voor bedoeld is.
Een ander belangrijk punt is dat er in de gangbare teelt ook steeds vaker gekozen wordt voor natuurlijke bestrijdingsmiddelen en het inzetten van natuurlijke vijanden. Vooral in kassen met niet-biologische producten gebeurt dat al veel. Daardoor wordt het verschil tussen biologisch en niet-biologisch ook steeds kleiner.
Natuurlijke vijanden van insecten
Het gebruik van natuurlijke vijanden vaak niet op een diervriendelijke wijze. Daarnaast heeft het gebruik van natuurlijke vijanden op bepaalde plekken al geleid tot problemen met inheemse diersoorten die door de uitgezette dieren worden gedood. Deze verstoring van de natuurlijke balans leidt zo tot een vermindering van de biodiversiteit.
Er is meer land nodig
Onderzoekers zijn het er nog niet over eens hoeveel meer land er nodig is om biologisch voedsel te verbouwen. De meeste onderzoeken laten zien dat biologische boeren op dezelfde hoeveelheid grond vaak maar 50 tot 80 procent produceren van wat een gangbare boer produceert. Hoewel we al meer dan genoeg landbouwgrond hebben om iedereen plantaardig te voeden, is dit toch een probleem. Voorlopig is nog niet iedereen veganist en is er een groot gebrek aan landbouwgrond. Daardoor worden er elk jaar honderdduizenden hectaren aan natuur vernietigd om ruimte te maken voor meer landbouwgrond.
Het zou daarom het milieuvriendelijkst zijn als we allemaal proberen onze ecologische voetafdruk zo veel mogelijk te verkleinen. Uiteraard zijn er allerlei manieren waarop je dat kunt doen, maar biologisch eten zorgt altijd voor een grotere ecologische voetafdruk en meer landgebruik dan het kopen van niet-biologisch voedsel. Zelfs als iedereen veganist zou worden, zou het een mooi streven zijn om zo min mogelijk landbouwgrond te gebruiken zodat er zo veel mogelijk land teruggegeven kan worden aan de natuur. Ook dan is een groter landgebruik door biologische landbouw dus niet zo milieuvriendelijk.
Uitstoot van de broeikasgassen
Biologische akkerbouw heeft vaak een lagere uitstoot van broeikasgassen per hectare. Er zijn bij biologische teelt echter ook meer hectares nodig om dezelfde hoeveelheid voedsel te verbouwen. De uitstoot van broeikasgassen per ton van een product blijkt in de meeste gevallen hetzelfde te zijn of juist hoger bij de biologische teelt. Biologische akkerbouw is dus niet beter voor het klimaat.
Kunstmest en dierlijke mest
Het gebruik van dierlijke mest is vaak een stuk slechter voor het milieu dan kunstmest. Bij het maken van kunstmest komen er broeikasgassen vrij, maar bij het maken van dierlijke mest ook. Uiteraard hebben we al een mestoverschot en is het handig om al die mest nuttig te gebruiken. Toch kan het beter zijn om mest gewoon te verwerken, in plaats van het te gebruiken als bemesting. Bij het gebruik van dierlijke mest komen er namelijk vaak veel schadelijke stoffen in het milieu, zoals de al eerder genoemde medicijnresten en antibiotica.
Daarnaast verschilt de precieze samenstelling van dierlijke mest altijd en sluit die niet precies aan op wat planten nodig hebben. Daarom wordt een deel van de voedingsstoffen niet door planten opgenomen en belandt dan in de natuur. Vooral bij stikstof is dit regelmatig het geval. Dit leidt vaak tot eutrofiëring (excessieve algengroei in water), wat vaker voorkomt bij biologische landbouw.
Bij kunstmest is er duidelijk minder verspilling en lekken van voedingsstoffen. We weten tegenwoordig namelijk precies wat een bepaalde plant nodig heeft en kunnen de kunstmest daar heel precies op aanpassen. Daarnaast wordt de grond bij biologische teelt vaker omgespit om onkruid tegen te gaan, maar dit leidt ook tot meer vervuiling omdat er dan meer voedingsstoffen verloren gaan en vaak in de natuur terechtkomen.
Denk ook eens aan de biodiversiteit
Er is geen bewijs dat biologische akkerbouw beter is voor de biodiversiteit. Over het algemeen letten biologische boeren vaker op het landschap en zorgen ze er met hagen voor dat dieren er beter gedijen. Dit is echter geen voorwaarde voor biologische boeren en heeft dus eigenlijk weinig met biologisch te maken, aangezien sommige gangbare boeren dat ook doen.
Biologische boeren hebben dan misschien vaker meer biodiversiteit op hun velden, maar ze zorgen wel voor een grotere afname van biodiversiteit daarbuiten. Zoals al eerder genoemd, is er namelijk meer grond nodig bij biologische teelt. Daardoor is er minder grond over voor de natuur, waarin biodiversiteit over het algemeen veel beter bestaan blijft. In dat opzicht is biologisch dus slechter voor de biodiversiteit. Daarnaast zorgt biologische teelt ook voor meer eutrofiëring, wat ook weer de biodiversiteit verminderd. Het is lastig te zeggen wat de precieze invloed van al deze factoren is, maar biodiversiteit is in elk geval geen reden om voor biologisch te gaan.
Zijn er nog andere factoren?
Veel andere factoren die akkerbouw milieuvriendelijker kunnen maken zijn niet opgenomen in de term ‘biologisch’. Biologische boeren kunnen zo veel energie gebruiken als ze willen (inclusief kassen), water verspillen en hoeven niet per se duurzame oplossingen te zoeken voor hun afval. Over het algemeen zijn biologische boeren vaker bezig met duurzaamheid en is de kans groter dat ze extra milieuvriendelijke dingen doen die niet per se nodig zijn. Er zijn echter ook gangbare boeren die extra duurzaam bezig zijn. Het feit dat iets biologisch is, zegt dus vrij weinig als je niet weet van welke boer het precies komt en hoe die boer te werk gaat.
Daarnaast gaat de gangbare landbouw ook steeds milieuvriendelijker werken, bijvoorbeeld door het gebruik van nieuwere, milieuvriendelijkere bestrijdingsmiddelen. Verder zijn de hogere kosten van biologische teelt de eventuele voordelen niet waard. Voor diezelfde meerwaarde zouden we ook de gangbare teelt veel milieuvriendelijker kunnen maken of wat meer geld kunnen uitgeven aan milieuvriendelijke acties en zo meer voor het milieu doen dan door over te gaan op biologische producten.
Biologisch eten en veganisme
Als veganist is het prima mogelijk om biologisch te eten. Eigenlijk staat dat helemaal los van veganisme, want biologisch is niet meer of minder diervriendelijk of milieuvriendelijk. Een belangrijke uitzondering is citrusfruit. Op niet-biologisch citrusfruit wordt bijna altijd een laagje schellak (gemaakt van luizen) aangebracht om het fruit langer houdbaar te houden. Bij citrusfruit is het dus beter om voor de biologische versie te gaan, omdat niet-biologisch citrusfruit dus meestal niet veganistisch is.
Bronnen:
Ames, B.N. & Gold, L.S. (1997). “Environmental Pollution, Pesticides, and the Prevention of Cancer: Misconceptions”. FASEB Journal 11(13): pp. 1041-1052.
Bahlai, C.; Xue, Y.; McCreary, C.; Schaafsma, A. & Hallett, R. (2010). “Choosing Organic Pesticides over Synthetic Pesticides May Not Effectively Mitigate Environmental Risk in Soybeans”. PLoS ONE, 5:6 http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0011250 [Accessed on 02-03-2018].
Balmford, A. e.a. (2015). “Land for Food and Land for Nature?” Daedalus 144(4), pp. 57-75.
Clark M. & Tilman D. (2017). “Comparative Analysis of Environmental Impacts of Agricultural Production Systems, Agricultural Input Efficiency, and Food Choice”. Environmental Research Letters, 12:6 http://iopscience.iop.org/article/10.1088/1748-9326/aa6cd5/meta [Accessed on 02-03-2018].
Dangour, A.; Lock, K.; Hayter, A.; Aikenhead, A.; Allen, E. & Uauy, R. (2010). “Nutrition-related Health Effects of Organic Foods: A Systematic Review “. American Journal of Clinical Nutrition, 92(1), pp. 203-210.
Gabriel, D.; Sait, S.M.; Kunin, W.E. & Benton, T.G. (2013). “Food Production vs. Biodiversity: Comparing Organic and Conventional Agriculture”. Journal of Applied Ecology, 50, pp. 355–364.
Hole, D.G e.a. (2005). “Does Organic Farming Benefit Biodiversity?” Biological Conservation, 122 (1): pp. 113–130.
Knapp, C.W.; Dolfing, J.; Ehlert, P.A.I. & Graham, D.W. (2010). “Evidence of Increasing Antibiotic Resistance Gene Abundances in Archived Soils since 1940”. Environmental Science and Technology, 44, pp. 580-587.
Louda S. e.a. (1997). “Ecological Effects of an Insect Introduced for the Biological Control of Weeds”. Science 277: pp. 1088-1090.
Magkos F. e.a. (2006). “Organic Food: Buying More Safety or Just Peace of Mind? A Critical Review of the Literature”. Critical Reviews in Food Science and Nutrition, 46: pp. 23–56.
Meeusen, M.J.G.; Reinhard, S. & Bos, E.J. (2008). “Waardering van de Duurzaamheidsprestaties van de Nederlandse Biologische Landbouw”. LEI Wageningen University http://edepot.wur.nl/27851 [Accessed on 02-03-2018].
Mondelaers, K.; Aertsens, J. & Van Huylenbroeck, G. (2009). “A Meta-analysis of the Differences in Environmental Impacts Between Organic and Conventional Farming”. British Food Journal 111 (10), pp. 1098-1119.
Mukherjee, A.; Speh, D.; Dyck, E. & Diez-Gonzalez, F. (2004). “Preharvest Evaluation of Coliforms, Escherichia Coli, Salmonella, and Escherichia coli O157:H7 in Organic and Conventional Produce Grown by Minnesota Farmers”. Journal of Food Protection, 67 (5), pp. 894-900.
Seufert V. e.a. (2012). “Comparing the Yields of Organic and Conventional Agriculture”. Nature 485, pp. 229–232.
Seufert, Verena & Ramankutty, Navin (2017). “Many Shades of Gray: The Context-dependent Performance of Organic Agriculture”. Science Advances Vol. 3, no. 3. http://advances.sciencemag.org/content/3/3/e1602638[Accessed on 02-03-2018].
Singer et al. (2016). “Antibiotics and Antibiotic Resistance in Agroecosystems: State of the Science”. Journal of Environemental Quality, Vol. 45, No. 2, pp. 394-406.
Smith-Spangler C. e.a. (2012). “Are Organic Foods Safer or Healthier than Conventional Alternatives?: A Systematic Review”. Annals of Internal Medicine 157 (5): pp. 348-366.
Strong, D.R. (1997). “Fear No Weevil”. Science 277: pp. 1058-1059.
Tuomisto, H.L.; Hodge, D.; Riordan, P. & Macdonald, D.W. (2012). “Does Organic Farming Reduce Environmental Impacts?: A Meta-analysis of European Research”. Journal of Environmental Management, Vol. 112, pp. 309-320.
Vilcinskas A. e.a. (2013). “Invasive Harlequin Ladybird Carries Biological Weapons Against Native Competitors”. Science 340 (6134): pp. 862-863.
Xavier V, e.a. (2015). “Acute Toxicity and Sublethal Effects of Botanical Insecticides to Honey Bees”. Journal of Insect Science, 15:1 https://academic.oup.com/jinsectscience/article/15/1/137/2583443 [Accessed on 02-03-2018].
Zhang, Xuelian; Li, Yanxia; Liu, Bei; Wang, Jing; Feng, Chenghong; Gao, Min & Wang, Lina (2014). “Prevalence of Veterinary Antibiotics and Antibiotic-resistant Escherichia Coli in the Surface Water of a Livestock Production Region in Northern China”, PloS ONE, Vol. 9(11), pp. 1-11.
https://www.npo3.nl/is-biologisch-eigenlijk-wel-gezonder
http://advances.sciencemag.org/content/3/3/e1602638
Voedingscentrum, Milieu Centraal & Gezondheidsraad
Ken jij iemand die alles over het veganisme, dierenrechten en het milieu weet en daarnaast ook nog eens vloeiend Mandarijn spreekt? Maak kennis met Elise... en haar 3 lieve katten. Meer blogs lezen…