Indonesische rendang

Het originele Suamtraanse recept voor rendang maakt gebruik van rundvlees, maar met sojalapjes (o.a. te krijgen bij de toko) is het minstens net zo lekker!

Indonesische rendang

Ingrediënten

Voor de boemboe:

Voor de rest:

Bereiding

Zet een pannetje water op het vuur met een schepje bouillonpoeder (zie gebruiksaanwijzing voor de hoeveelheid) en breng aan de kook. Voeg de sojalapjes toe en laat deze ongeveer 15 minuten koken.

Maak intussen de boemboe. Schil de gember (en verse laos als je deze gebruikt) en snijd deze in stukjes en voeg deze samen met de andere ingrediënten voor de boemboe toe aan de keukenmachine. Pureer het tot een gladde pasta (de kokosmelk is voornamelijk bedoeld om een gladder mengsel te krijgen, de saus moet niet te nat worden).

Zet een stoofpan op het vuur met een scheutje olie. Voeg als de olie heet is de boemboe toe en fruit deze even aan. Voeg dan de gekookte sojalapjes toe en roer deze goed door de boemboe. Voeg vervolgens de santen en het water toe. Wacht even tot de santen gesmolten is en kijk dan of de saus niet te dik is (het geheel moet kunnen stoven). Voeg eventueel nog wat water toe. Maak een aantal inkepingen in de stengel sereh en voeg deze toe aan de pan, evenals de daun salam en djeroek poeroet blaadjes (en evt. extra rode peper). Doe dan de deksel op de pan, zet het vuur laag en laat zeker twee uur staan, maar hoe langer hoe lekkerder. Is de rendang nog heel vochtig, laat hem dan nog even koken zonder deksel zodat hij iets in kan dikken

Lekker om te serveren met rijst en groene groente (zoals kool, sperzieboontjes of broccoli), of bij een rijsttafel!

Tip: Je kan het recept ook een dag van tevoren maken om de smaken nog beter in te laten trekken (en de volgende dag snel klaar te zijn)